Verwerkingsvoorschriften en normering
Materiaaltemperatuur
Bij verwerking van zink moet de materiaaltemperatuur minimaal 7°C bedragen. Dit voorkomt dat het materiaal tijdens vervorming of montage inscheurt. Indien nodig kan het zink met een geschikte verwarmingsbron op temperatuur worden gebracht.
Dakhelling
De constructie van een dak met een zinken bekleding is bouwfysisch vergelijkbaar met die van een gevel. Daarom wordt in dit document gesproken over dakconstructies met een hellingshoek van 3° tot 90°.
- Platte of bijna platte daken (< 3°)
Kunnen met zink worden bekleed, mits het oppervlak kleiner is dan 15 m² (bijvoorbeeld bij dakkapellen of kleine platte delen).
Toepassingssystemen:
- Felssysteem – Toegepast voor waterdichte daken en gevels met een helling vanaf 3°, bij voorkeur vanaf 7°.
- Roevensysteem – Geschikt voor zowel grote als kleine daken met een hellingshoek van minimaal 3° (bij voorkeur 7°) en ook toepasbaar als gevelbekleding.
- Losangesysteem – Gebruikt voor de bekleding van grote en kleine vlakken. De minimale dakhelling bedraagt 25°, of 18° bij losanges met een gesoldeerde tophoek.
Advies: Bij een verhoogde vochtbelasting – dat wil zeggen een waterdampspanning hoger dan Ps = 1400 Pa (temperatuur 20°C en relatieve luchtvochtigheid > 60%) – wordt geadviseerd een minimale dakhelling van 7° aan te houden.
Luchtspouw
Een goed geventileerde luchtspouw is essentieel voor de duurzaamheid van de zinken bekleding. De spouw moet via beluchtingsopeningen aan zowel de onderzijde als de bovenzijde van het dak of de gevel in open verbinding staan met de buitenlucht.
De lucht moet zich vrij kunnen verplaatsen tussen de openingen, zonder obstakels die de doorstroming belemmeren.
Minimale afmetingen van spouw en beluchtingsopeningen:
Dakhelling | Minimale spouwdikte | Minimale doorsnede beluchtingsopeningen (boven en onder) per m² dakvlak |
---|---|---|
Kleiner dan 3° | 20 cm | 25 cm² |
3° tot 20° | 10 cm | 20 cm² |
20° en meer | 5 cm | 10 cm² |