Roeftechniek

Zinken Roevendak


De onderste roefbaan wordt aan het druipstuk gehaakt. Vaak wordt voor deze eerste baan een lengte van circa 1 meter toegepast, die in de werkplaats volledig kan worden voorbereid (inclusief inzetplaatje).

De maximale baanlengte uit één stuk – of indien gesoldeerd – bedraagt 10 meter, om voldoende ruimte voor expansie te behouden.
De banen kunnen onderling worden verbonden door middel van een haakverbinding of een soldeerverbinding.

De roefkappen kunnen eveneens tot een maximale lengte van 10 meter aan elkaar worden gesoldeerd.


Windbelasting

De eisen met betrekking tot windlasten waaraan een Nederlandse bouwconstructie moet voldoen, zijn vastgelegd in de NEN-normen van het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN).

Bij volledig ondersteunde constructies, zoals het traditionele fels-, roeven- of losangedak, speelt vooral de windzuiging een rol.
Bij vrijdragende constructies komen daar ook winddruk, eigengewicht en doorbuiging van het materiaal bij. De optredende krachten worden mede bepaald door de bevestigingsmethode en de profilering (vormgeving) van het zink.

De hoogte en vorm van het gebouw beïnvloeden de sterkte van de windzuiging op een wand- of dakvlak.
Onder windzuiging wordt verstaan: een door de wind veroorzaakte, gelijkmatig verdeelde zuiging (in N/m²), loodrecht op het aan de windzijde afgekeerde oppervlak.
De berekening van zowel de windzuiging als de stuwdruk in windrichting, afhankelijk van hoogte en windgebied, wordt vastgelegd in de betreffende norm.


Bevestiging

Zinken dak- en gevelbekleding wordt bevestigd met klangen die zijn aangebracht op de achterliggende constructie.

  • Bij het felssysteem en roevensysteem bevinden de klangen zich op de langsnaad tussen twee dakbanen.
  • Bij het losangesysteem zijn de klangen opgenomen in de haakrand van elke losange.
  • Bij gesoldeerde vlakke banen worden de klangen onder de soldeernaden geplaatst.

De klangen kunnen worden vervaardigd uit zink, roestvast staal (RVS), thermisch verzinkt staal of aluminium.
Bij daken en gevels die uit banen bestaan, moeten zowel vaste als schuivende klangen worden toegepast, om beweging door temperatuurverschillen op te vangen.